Vrijdag 19 december uitspraak in de rechtszaak over het kostenonderzoek
Vrijdag 19 december uitspraak in de rechtszaak over het kostenonderzoek
Tijdens de zitting bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) hebben de ONT, KNMT, NVM-mondhygiënisten, de VTvO (de vereniging van tandartsen voor orthodontie) er bij monde van hun advocaat bij de voorzieningenrechter nogmaals op aangedrongen de beoogde tarieven voor tandheelkunde en orthodontie per 1 januari 2026 tot nader order op te schorten. Deze tarieven vormen een serieus risico voor de toegankelijkheid van de mondzorg. De rechter liet weten vrijdag 19 december uitspraak te zullen doen in deze rechtszaak. Dit betekent dat pas in de loop van deze maand definitief bekend zal worden welke tarieven per 1 januari 2026 gaan gelden.
De zitting, die plaatsvond op woensdag 10 december, was een vervolg op een eerdere zitting van het CBb in oktober. Destijds is afgesproken de uitspraak in een vergelijkbare zaak over de tarieven voor huisartsen af te wachten. In onze zaak spelen namelijk vergelijkbare argumenten een belangrijke rol, zoals het urencriterium dat de NZa hanteert (de maximale werkweek van 36 uur) bij de berekening van het norminkomen van mondzorgverleners. Bij de huisartsen is de NZa op dit punt teruggefloten: de zorgautoriteit moet binnen zes maanden met nieuwe tarieven voor de huisartsenzorg komen.
Onze advocaat herinnerde de NZa eraan dat de zorgautoriteit al twee jaar lang van verschillende beroepsgroepen fundamentele kritiek krijgt op de wijze waarop de tarieven worden vastgesteld. De zorgautoriteit had de input van zorgverleners allang ter harte kunnen nemen in plaats van het telkens te laten aankomen op een rechtszaak. Ondertussen heeft de NZa al bakzeil moet halen bij de huisartsen en eerder de psychologen en psychotherapeuten. De NZa gaf aan onze argumenten serieus te willen wegen en liet weten de eigen bezwaarprocedure, die ook nog loopt, daar de geëigende plek voor te vinden.