Uitspraak kostenonderzoek en tarieven huisartsen ook van belang voor de mondzorg

De rechter heeft de huisartsen gelijk gegeven in een rechtszaak over hun tarieven en het kostenonderzoek van de NZa dat daaraan ten grondslag ligt. De uitspraak is ook van belang voor de zaak die de ONT, KNMT en NVM-mondhygiënisten, en de VTvO (de vereniging van tandartsen voor orthodontie) momenteel voeren over het kostenonderzoek in de mondzorg, waarin vergelijkbare bezwaren spelen als die van de huisartsen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat het kostenonderzoek uit 2022 geen goede basis is gebleken voor het vaststellen van de tarieven voor huisartsen in 2023, 2024 en 2025. De rechter heeft de NZa 6 maanden gegeven om nieuwe tarieven te berekenen. De zorgautoriteit moet dat in nauw overleg met de huisartsen doen, en moet constructieve voorstellen die de beroepsgroep doet serieus in overweging nemen.

De uitkomst van de zaak van de huisartsen wordt meegenomen in het vervolg van de rechtszaak die de ONT, KNMT en NVM-mondhygiënisten, en de VTvO aanspanden tegen de NZa. Net als bij de huisartsen speelt ook in onze zaak het urencriterium (de maximale werkweek van 36 uur) namelijk een belangrijke rol. Het streven is nog altijd om voor het einde van het jaar tot een uitspraak te komen.