Organisatie van Nederlandse Tandprothetici

Historie

Tandmeester

Vervanging van gebitselementen door gebitsprothesen heeft een eeuwenlange historie. Zo kende ons land in de negentiende eeuw het beroep van tandmeester. Hij werd gezien als een tandtechnicus. Vanaf 1876 werd de toepassing van de tandprothese als onderdeel van de tandheelkunst beschouwd.

Wettelijke status tandprotheticus

Vanaf 1989 bestaat de Wet op de tandprotheticus. De overheid stelde dat de tandtechnicus moest worden gezien als iemand die geen directe relatie heeft met de patiënt en die niet ‘in de mond werkzaam’ is. Maar voor de tandprotheticus geldt dit wél. Daarmee kreeg de tandprothetische zorg voor tandeloze patiënten een afzonderlijke wettelijke basis. Het aanmeten, passen en plaatsen van de volledige gebitsprothese maakte niet langer deel uit van de tandheelkunde. Zowel tandartsen als tandprothetici waren voortaan op grond van hun opleiding als ter zake kundig gekwalificeerd op het gebied van het aanmeten van uitneembare gebitsprothesen.

Dit geldt ook sinds met de invoering van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) in 1997 de Wet op de Tandprotheticus is vervallen. In de Wet BIG is ook het beroep tandprotheticus officieel geregeld.